LOGIN REGISTER MY SHOPPINGBAG (0)ITEMS
IK CONSUMEER DUS IK BEN
....................................................................................................................................................................................................
Jort Kelder trekt een paar witte handschoentjes aan. Voorzichtig pakt hij een pen uit een glazen vitrine.
‘Dit is de Rolls Royce Bentley onder de pennen,’
fluistert hij op samenzweerderige toon.
‘Kan ik er even mee schrijven?’
De verkoper schudt zijn hoofd.
‘Niet met deze. We zouden het heel erg jammer vinden als er al mee geschreven was.’
De Prince Rainier — zo heet de pen — is afgezet met duizend diamanten en robijnen, kost 230.000 euro er zijn er slechts 81 van gemaakt. Er gaat geen gewone inkt in, maar inkt met een rozengeurtje.
Bij ons in de PC, het tv-programma waarin lort Kelder de P.C. Hooftstraat afstruint op zoek naar unieke aankopen, is spullenvoyeurisme bij uitstek.
De vermakelijke perversiteit zit hem niet alleen in het prijskaartje dat aan de pen hangt, maar ook de gedachte dat mensen een vermogen kunnen ‘verspillen’ aan zoiets `onnuttigs’.
‘Maar dan ben je wel héél uniek,’
glimlacht de verkoper fijntjes.
Dat we onszelf voortdurend aansporen om (materieel) succes te bereiken, komt dus niet zozeer doordat we door verschillen worden gedreven en de rijkere mensen in de samenleving benijden, als wel doordat we zo elkaar juist als gelijken zijn gaan beschouwen en niet voor elkaar onder willen doen. Afgunst voel je immers tegenover iemand die ver boven je verheven is, maar nog meer tegenover degenen die dicht bij je staan. Een goed voorbeeld is de vrouw uit Heusden die in 2007 de Postcode Loterij aanklaagde omdat zij geen lot had gekocht en de prijs op haar postcode was gevallen. Acht huizen in haar straat mochten 13,9 miljoen euro verdelen. De vrouw, die de zaak overigens verloor, beweerde psychische schade te ondervinden, doordat ze elke dag geconfronteerd werd met de rijkdom van de omwonenden.
Logisch dus dat de politiek in Nederland materiële verschillen nog altijd afzwakt door via het belastingstelsel de laagste inkomens aan te vullen en de hoogste inkomens sterker te belasten. Niet tot ieders genoegen overigens: de afgelopen jaren is er hevig gediscussieerd over de zogenoemde balkenendenorm, die het salaris van topmanagers in de publieke sector beperkt tot dat van de minister-president (181.000 euro). Jort Kelder noemde die norm
contraproductief, omdat een lager salaris minder prikkels zou geven tot presteren. Wie top mensen aan het roer van de publieke sector wil, zal ook bereid moeten zijn om topsalarissen te betalen, aldus Kelder - een argument waarachter het klassieke economische mensbeeld schuilgaat dat men-sen bovenal als consumerende wezens ziet, die hoofdzakelijk of zelfs uitsluitend gemotiveerd worden door financiële prikkels in plaats van door immateriële beloningen zoals voldoening of eer. Jort Kelder staat niet alleen in zijn optimisme over de consumerende mens. Met name feministische denkers hebben deze maakbare identiteit ook actief toegejuicht: zelfstilering en het experimenteren met identiteiten kunnen een bevrijdend effect hebben, stellen zij. Via consumptie kun je ook ontsnappen aan vaststaande hokjes, aan vooropgelegde schematische rolverdelingen en aan een statische zelfperceptie, juist door voortdurend te wisselen van stijl. Madonna is hiervan het absolute icoon: om de zoveel jaar verschijnt de popster met een nieuw uiterlijk en een nieuw imago, waarmee zij erop wijst dat zoiets als ‘de vrouw’ niet bestaat. Dit spel met ‘nieuwe zelven’ mag dan consumentistisch van aard zijn, het kan ook tot
HOME
CLOTHING
SHOP
LOOKBOOK
NIEUWSBRIEF